Uitgeverij DeWielen2

ISBN: 9789082765304

Prijs: 19,99

 
 

Synopsis


Liffert Klooker, de ik-persoon in De arrogantie van het doorgeefluik, is assistent-geluidstechnicus bij Bimmer Goorhuis, gevierd theaterartiest. Het is 2012, ‘13, misschien ‘14. In 49 hoofdstukken en 399 bladzijden vertelt Liffert afwisselend zijn levensverhaal en de show van Goorhuis, getiteld De Arrogantie van het Doorgeefluik.


Liffert (1952) groeit op in een katholiek, militair milieu. Vader is majoor bij De Genie in Utrecht en grootvader heeft het zelfs tot viceadmiraal geschopt. Diens heldendaden – voornamelijk in Nederlands-Indië – en opvattingen hebben grote invloed gehad op de vader en via de vader op Liffert en zijn broers en zus.


Al snel blijkt dat Liffert – dan nog Joop geheten – de neiging tot ontsporend gedrag vertoont. Dit begint te escaleren nadat hij een ongewenste seksuele ervaring heeft gehad en kort daarop een zeer dierbaar familielid verliest. Uiteindelijk belandt hij in een tehuis voor moeilijk opvoedbare jongens. Daar ontmoet hij Tjalling Trinthamer, een ultiem weerbarstige jongen, die Joop op sleeptouw neemt bij zijn subversieve avonturen.


Wanneer het erop begint te lijken dat Joops gedrag niet meer te corrigeren valt, biedt oudere zus Charlotte een uitweg, althans voorlopig. Charlotte is, evenals Joops oudste broer Leo, enige jaren eerder de knoet van de ‘majoor en de majorette’ ontvlucht en woont inmiddels in Parijs. Wanneer ze voor de begrafenis van vader Klooker in Utrecht is, weet ze haar moeder ervan te overtuigen dat het een goed idee is om Joop voor de duur van de paasvakantie mee te nemen naar Parijs.

Parijs, voorjaar 1968: Joop maakt kennis met een volstrekt andere cultuur en voelt zich voor het eerst van zijn leven vrij en gelukkig. Hij wordt verliefd, krijgt de bijnaam Liffert en weet al vrij snel dat hij niet meer terug naar Utrecht wil. Dan raakt hij betrokken bij de inmiddels vermaarde studentenonlusten en in de rue Gay Lussac neemt zijn leven een dramatische wending.



Parallel aan zijn levensverhaal vertelt Liffert de theatershow van Bimmer Goorhuis om een reden die tegen het einde van het boek duidelijk wordt. Dat voert ons op indringende en toch vaak geestige wijze langs en door een aantal actuele, maatschappelijk relevante thema’s, zoals de macht van de tussenpersonen (de arrogantie van het doorgeefluik), de ‘ontmensing’ van de samenleving, Europa, de verloedering van de taal (het roodkuifgeel van de grotnaaier) en het gebrek aan assertiviteit (de onmondigheid van de buren). Ook een klassieke, apolitieke cabaretsketch ontbreekt niet, evenmin als de historische noot in de vorm van de moord op JFK. Goorhuis grijpt deze gebeurtenis aan om de vierde macht hard te attaqueren en lost en passant de moord op.


Uiteindelijk belandt De Arrogantie van het Doorgeefluik bij de Democratische Conventie van 1968 in Chicago, waar het begin van het einde van de jaren zestig wordt ingeluid door de keuzes die daar worden gemaakt. In het verlengde daarvan komt de lezer opnieuw terecht in Parijs, bij de vredesonderhandelingen over Vietnam. De humoristische ondertoon van de theatershow heeft dan al plaatsgemaakt voor obsessieve gedrevenheid à la Lenny Bruce.


Parijs 1968 is tevens waar de twee parcoursen van De arrogantie van het doorgeefluik convergeren, waarna het boek uitmondt in een verrassende apotheose in het heden.